STEMADVIES

Het lege land

Eigenlijk kan leeg me niet leeg genoeg zijn. Grond onder mijn voeten en wolken boven mijn hoofd, meer heb ik niet nodig. En dan lopen en voor me uit staren. Niemand hoeven te groeten, geen fietsers, geen wandelaars. Alleen en toch niet alleen. Want de wind, de vogels, de kleuren, de regen, de stilte en de geur van klei vergezellen me. En natuurlijk hond Benthe die om me heen huppelt.

En dan thuiskomen waar huisgenoot M de koffie klaar heeft staan. Dat maakt alleen wandelen nog fijner.

Moet dit nou?

Terwijl de trimster bezig is kijkt Benthe me aan. Ik probeer haar blik te lezen: duurt dit nog lang, wat doe je me aan, jij zou dit ook niet leuk vinden hoor. 

Ze liep kwispelend het erf op, ze was hier eerder geweest. Tot ze opeens door had wat haar te wachten stond, toen maakte ze rechtsomkeer. Maar helaas, vluchten kon niet meer.

Benthe is een mooie hond, maar heeft dat zelf niet door. Haar uiterlijk boeit haar niet, rollen in de modder, rausen door de bosjes en er vol klitten weer uitkomen. Boeie.

Het baasje denkt daar anders over. Vandaar: de trimsalon. Waar een heel aardige mevrouw met zachte hand haar vacht verzorgt. En ze verwend wordt met heerlijke brokjes. Ik snap niet wat daar mis mee is. Maar ja, ik ben dan ook geen hond.

Oud en nieuw

Links een keramiek kopje en schotel met een dampwolkje, rechts een glazen plafondlamp. Gebroederlijk hangen ze naast elkaar in onze nieuwe huis. Het kopje hadden we al, de lamp hebben we net gekocht.

Verhuizen is meenemen wat je dierbaar is. Verhuizen is ook de kans grijpen om nieuwe spulletjes te kopen. Dat laatste hebben we met mate gedaan, want we zijn ook van de duurzaamheid. Maar een nieuw huis moet ook verwend worden, zeker als je je er thuis wil gaan voelen.

Eerst alle dierbare spullen een plekje geven en dan kijken waar het huis nog meer om vraagt. Een lampje hier, nieuwe gordijnen daar en verse planten in de tuin maken het huis steeds meer van ons.

Dat wat achterbleef wacht nu in de kringloop op een nieuwe bestemming.

Rode lijn

Volkskrant, 6 oktober 2025