Nieuwe bril

Voor de eerste keer sinds mijn maculadegeneratie laat ik mijn ogen opmeten voor een nieuwe bril. Ik zie er tegenop, want er wordt nu zo vaak in mijn ogen gekeken of geprikt dat ik eigenlijk aan mijn tax zit. Maar ik wil mezelf trakteren op een nieuwe bril, als kadootje na 2,5 jaar oogleed.

Ik word bij de opticien achter een hypermodern, digitaal apparaat gezet, dat mijn ogen van voor tot achter door- en opmeet. Tja, zo kan ik het ook, denk ik nog even bij mezelf. Wat een makkie. Maar daarna komt gelukkig het ouderwetse handwerk en het precies bepalen van sterkte, as, cylinder en leesgedeelte. Hier heb ik tenminste iets over te zeggen.

De opticien is vriendelijk en geduldig, begrijpt dat het voor mij belastend is. Hij trekt een uur voor me uit, inclusief kopje koffie met een koekje. Over een paar dagen zoek ik pas de nieuwe bril uit. Want ik heb inmiddels geleerd dat ik het leven in afgepaste porties tot me moet nemen. Ook de traktaties.

Geplet

Het mandje is van Roos, links in beeld. Het is haar terugtrekplekje als ze haar broertje Teun even zat is. Lekker in de bijkeuken liggen, met zicht op de tuin.

Maar vandaag niet, want Teun is pardoes bovenop haar geploft met zijn grote lijf, zijn poot en staart stevig om haar nekje geklemd. Roos kan geen kant op. ‘Moet dat nou’ zie je haar denken, ‘kan hij niet ergens anders gaan liggen?’

Teun piekert er niet over, op het zachte lijfje van Roos ligt hij veel fijner dan op de schoot van het baasje. Dat hij dat niet eerder ontdekt heeft. Morgen weer.

Zo vader zo dochter

Mijn oude oom woont niet meer thuis, maar woont sinds kort in een verpleeghuis. Dat betekent dat hij afscheid heeft moeten nemen van zijn orchideeënkas. Hij kon al bijna niet meer lopen, maar toch ging hij nog dagelijks het trapje af, het grasveld over, kruipdoorsluipdoor naar de kas achterin in de tuin. Dochterlief hield elke keer haar hart vast.

De orchideeën merkten dat oom steeds korter in de kas was, vaker vergat ze water te geven, hun dode blaadjes niet meer afplukte en ze niet meer verpotte. De stemming in de kas werd somberder en somberder. Ze vreesden voor hun leven.

orchidee in de kas

Tot oom op kamers ging en dochter de kas onder haar hoede nam. Ze hield grote schoonmaak, scheidde het kaf van het koren en sprak de plantjes bemoedigend toe. Nu staat de kas er weer vrolijk bij, hebben de orchideeën het naar hun zin en zorgt dochterlief ervoor dat er altijd een bloeiend orchideetje op vaders kamer staat.

Voor I.

Paneel

Om niet te bevriezen in de slaapkamer hebben we een infraroodpaneel gekocht. Voor boven het bed. Omdat we nogal handig zijn besluiten we hem zelf te plaatsen. Althans dat is de bedoeling, tot we hem optillen en ons realiseren dat dit onze krachten toch echt te boven gaat. Gelukkig biedt de winkel uitkomst, ze sturen twee monteurs.

Terwijl wij in de keuken aan de koffie zitten, lossen zij het tekort aan stopcontacten in de meterkast op, hangen ze het paneel met gipspluggen aan het plafond (is dat wel stevig genoeg, vraag ik met paniek in mijn stem) en houden ze hond Benthe, die graag meedenkt, op veilige afstand.

Zodra ze vertrokken zijn zetten we het paneel aan en gaan we met het hele gezin: twee volwassenen, een hond en twee katten op bed liggen. Het is een beetje dringen om met z’n allen onder een infraroodpaneel van 30 x 160 te passen, maar het lukt. Een zalige warmte daalt op ons neer. We besluiten tot de lente zo te blijven liggen.

De kussentjes van Teun

Hoe leert een jonge poes dat een houtkachel heet is? Door er bovenop te springen. Je kunt nog zo waarschuwen: doe het niet; kijk uit; het is bloedje heet, maar het is aan dovekatsoren gericht. Vanaf de schoorsteenmantel sprong Teun via de kachel op de grond. Hij schrok zich rot, wist niet hoe snel hij weg moest komen, rechtervoorpootje hoog opgetrokken vluchtte hij de keuken in.

De baasjes wisten niet hoe snel ze hem moesten troosten en vooral hoe ze het pootje konden koelen. Gelukkig regende het en kon hij buiten zijn geschroeide kussentjes in een plas afblussen. Waarna hij op de bank onder een zacht dekentje in een diepe slaap viel. De baasjes hebben hem een paar dagen extra verwend en de natuur haar werk laten doen. Zelfs hond Benthe deed een duitje in het zakje door zijn pootje dagelijks schoon te likken.

De kussentjes zijn goed aan het helen. Teun is inmiddels weer de oude, brengt de baasjes muizen als bedankje voor de goede zorgen en mijdt de houtkachel. Maar van op de bank slapen onder een warm dekentje krijgt hij geen genoeg. ‘Beetje uitzieken’ noemt hij het.