Geplet

Het mandje is van Roos, links in beeld. Het is haar terugtrekplekje als ze haar broertje Teun even zat is. Lekker in de bijkeuken liggen, met zicht op de tuin.

Maar vandaag niet, want Teun is pardoes bovenop haar geploft met zijn grote lijf, zijn poot en staart stevig om haar nekje geklemd. Roos kan geen kant op. ‘Moet dat nou’ zie je haar denken, ‘kan hij niet ergens anders gaan liggen?’

Teun piekert er niet over, op het zachte lijfje van Roos ligt hij veel fijner dan op de schoot van het baasje. Dat hij dat niet eerder ontdekt heeft. Morgen weer.

De kussentjes van Teun

Hoe leert een jonge poes dat een houtkachel heet is? Door er bovenop te springen. Je kunt nog zo waarschuwen: doe het niet; kijk uit; het is bloedje heet, maar het is aan dovekatsoren gericht. Vanaf de schoorsteenmantel sprong Teun via de kachel op de grond. Hij schrok zich rot, wist niet hoe snel hij weg moest komen, rechtervoorpootje hoog opgetrokken vluchtte hij de keuken in.

De baasjes wisten niet hoe snel ze hem moesten troosten en vooral hoe ze het pootje konden koelen. Gelukkig regende het en kon hij buiten zijn geschroeide kussentjes in een plas afblussen. Waarna hij op de bank onder een zacht dekentje in een diepe slaap viel. De baasjes hebben hem een paar dagen extra verwend en de natuur haar werk laten doen. Zelfs hond Benthe deed een duitje in het zakje door zijn pootje dagelijks schoon te likken.

De kussentjes zijn goed aan het helen. Teun is inmiddels weer de oude, brengt de baasjes muizen als bedankje voor de goede zorgen en mijdt de houtkachel. Maar van op de bank slapen onder een warm dekentje krijgt hij geen genoeg. ‘Beetje uitzieken’ noemt hij het.