‘En toen kwam er een olifant met een lange snuit en die blies het verhaaltje uit…’
De moeder slaat het boek dicht. ‘Meer’, bedelt de kleine Oliver. ‘Nee lieverd, nu ga je lekker slapen, morgen lees ik het nog een keertje voor’.
De olifant slaakt een zucht van verlichting. Gelukkig, het zit erop voor vandaag, hij kán niet meer. Bekaf is ie van jarenlang verhaaltjes uitblazen en dan ook nog altijd dezelfde. Nooit eens lekker ’s avonds thuis zijn, overal op moeten draven, zin of geen zin. De dokter heeft hem al gewaarschuwd, ‘Je moet rustiger aan doen, al dat blazen is niet goed voor je slurf’.
Oliver, nog lang niet moe, begint te huilen. ‘Lese, lese’, niet slape, niet slape’. De moeder slikt haar vloek net op tijd in, ze kan het bijna niet meer opbrengen, zo moe is ze van een hele dag met Oliver. ‘Nog eentje dan, maar dat is echt de laatste’. Ze begint opnieuw het verhaaltje van Roodkapje en de boze wolf voor te lezen.
De olifant, die in gedachten al in zijn eigen bedje lag, vecht tegen de slaap. Zijn slurf zakt langzaam naar beneden, vlak voor ie de grond raakt schrikt hij weer wakker, schudt zijn kop, gaapt stiekempjes en zakt weer weg. ‘Roodkapje is bloemen aan het plukken’, vangt hij nog net op. Het is het laatste wat hij hoort.
Oliver ligt nog lang wakker, te wachten op de olifant. Het wachten gaat al snel over in krijsen. De olifant slaapt er dwars doorheen.
Super! Om in mezelf te glimlachen! Ook van herkenning.
LikeLike