Er zijn van die momenten dat je ergens helemaal achter staat en je er toch een knoop in je buik van krijgt. Dat kan variëren van een lastig maar noodzakelijk telefoontje plegen, een injectie in je oog krijgen tot je huis te koop zetten. Met alle drie heb ik ervaring, maar de laatste zorgt voor de grootste knoop.

Sinds gisteren staat ons huis op Funda. De hele wereld kan nu bij ons naar binnen kijken, zien hoe we wonen en virtueel door de tuin lopen. We hebben eraan meegewerkt door foto’s aan te leveren, teksten te schrijven, ons akkoord te geven. Willens en wetens dus. Maar mijn buik protesteert: ‘Kijk niet met gretige ogen naar mijn huis, zie niet hoe mooi het is want het is van mij en van niemand anders (behalve mijn partner dan)’.
Ondertussen stromen de bezichtigingen binnen. Ik weet niet goed wat ik ermee aan moet. Mijn hoofd zegt ‘wat fijn’, mijn buik baalt ervan. Met elke potentiële koper trekt de knoop strakker aan.
Ik laat de stroom maar even de stroom en neem de tijd mijn buik eraan te laten wennen. Want eigenlijk weet ik het wel: ‘wat fijn’ gaat winnen.