Schapenverdriet

De afgelopen weken woonde ik naast een schapencrèche met vijf moeders en elf kinderen. Ik genoot van de dartele sprongen die het grut maakte en van de moeders die ingrepen als ze te opdringerig waren, vooral rond etenstijd. Er werd geblaat en gemekkerd, want ook dat moesten ze leren. Ze deden hardloopwedstrijden langs het hek van de tuin en vergrepen zich aan mijn aalbessenstruik. Dat was minder leuk, geen aalbessen met ijs dit jaar.

Tot vanochtend, toen er opeens geen schapenkind meer te zien of te horen was. Alleen de vijf moeders, die stonden nog op het veld. Ze maakten lawaai voor tien, roepend om hun grutjes, waar ze zoveel van hielden. De hele ochtend stonden ze hartverscheurend te blèren tot hun gejammer langzaam uitdoofde, ze hun kop lieten hangen en het stil werd, veel te stil.

De kinderen zijn spoorloos. Ik vrees het ergste.

Piramide

Vandaag begint in Groningen het leukste festival van Nederland: Terug naar het begin. Een weekend lang muziek, theater en kunst, in de openlucht en in eeuwenoude kerkjes. Vanochtend kom ik tijdens de wandeling met de hond gelijk kunst tegen. Vlak langs de weg staat een piramide, althans dat staat op het bordje. Een driehoekige spits toelopende paal. Op de paal zijn meerdere lagen klei te zien. Zo ziet de bodem er hier uit, in ieder geval de bovenste 2.30 meter.

Zoals bekend is hier in Groningen nogal wat te doen rond de bodem. En dan bedoel ik de bodem op 3 kilometer diepte, waar naar gas geboord werd. Mijn eerste gedachte bij dit kunstwerk is dan ook: oh, wat goed, ze besteden aandacht aan de gaswinning en wat dat ondergronds (en bovengronds) betekent. Ik loop om de paal heen in de verwachting dat er scheuren op te zien zijn. Helaas, geen scheur te bekennen.

Even overweeg ik thuis een stift op te halen om de scheur er zelf bij te tekenen. Maar van kunst moet je afblijven, daarom heb ik de scheur maar op de foto getekend, zodat de piramide toch nog een ode brengt aan de Groninger klei die het ook allemaal maar heeft moeten verdragen.

En nu op naar Terug naar het Begin.

Vijf kikkers

In onze tuin ligt een vijver. Elke dag loopt huisgenoot M. er een rondje omheen, op zoek naar kikkers. Elke dag is ze teleurgesteld: geen kikkers dit jaar. Tot vanochtend, toen ik opeens een luide kreet hoorde: “Ik zie kikkers, ik zie kikkers, één grote en vier kleintjes”. Ik rende naar buiten.

Samen stonden we over de vijver gebogen. “Waar dan?”, vroeg ik. Kijk daar, die groene. “Volgens mij is dat een blad”. Nee, kijk dan hij beweegt. “Dat komt door de wind, het is echt geen kikker”. Zo ging het nog even door tot ik alle vijf de kikkers in bladeren had veranderd.

Ik snap alle ophef over die kikker die in een prins veranderde echt niet.

Verliefd

Hond Benthe is op bezoek bij zijn speelmaatje om te vragen of ze een nachtje mag komen logeren. Maatje J., twee koppen groter en veel sterker, reageert enthousiast. Hij likt, besnuffelt en bestijgt B. op plekken waar ík zelfs van moet blozen. Benthe houdt zich kranig en bijt regelmatig van zich af.

Hond J. trekt zich er weinig van aan en blijft aandringen. Benthe wordt moe en zoekt steun bij mij. “Dit wordt hem niet hè?”, zeg ik tegen zijn baasje. ‘Nee’, verzucht die, ‘J. is tot over zijn oren verliefd op Benthe, maar de liefde is helaas niet wederzijds’. De baasjes besluiten dat logeren er niet in zit.

Benthe en ik taaien af. In de wetenschap dat dit niet het einde van de hondenvriendschap is, want samen spelen in het open veld kunnen ze als de beste. Dat is ook wat waard en bovendien: de Engelse thee was heerlijk.

Voor J. en T.

Lammetjesaaidag

Ik ben bij de dierenarts om anti-teken spul voor de poezen te kopen. Tijdens het afrekenen, duur spul trouwens, valt mijn oog op een flyer met de kop  ‘Lammetjesaaidag’.

Hè, doen mijn hersens, lammetjes kun je toch niet zaaien en ze hebben het nog fout geschreven ook. Ik lees verder. Oh, je kunt er lammetjes aaien, vandaar: lammetjes aai dag, maar dat was natuurlijk te lang voor de kop.

Wat zou zo’n lammetje daar eigenlijk van vinden? Al die zweterige kinderhandjes op hun lijf waarvan er vast een paar gemeen knijpen zodat het diertje moet mekkeren van de pijn. En zo’n joch, ja het zijn natuurlijk altijd jongens, hard lachen en nog een keer knijpen.

Ik heb de hele stapel flyers meegenomen en thuis weggegooid. Ik hoop dat niemand er naar toe gaat.