Studievriendin

En daar staat ze voor mijn deur, de studievriendin die ik 40 jaar niet gesproken heb. Onze wegen hebben elkaar op wonderlijke wijze weer gekruist en nu gaan we elkaar voor het eerst weer ontmoeten. In onze studietijd aten we regelmatig samen, bespraken we ons liefdesleven, maakten we Leiden onveilig en speelden we in hetzelfde basketballteam.

We herkennen elkaar onmiddellijk en pakken de draad moeiteloos weer op. Fotoalbums komen op tafel: ‘ken je die nog en kijk hier, toen fietskampeerden we in de Ardennen. Mijn God, wat waren we nog jong’. De uren vliegen voorbij. We navigeren van verleden naar heden en weer terug. Onze levens zijn heel verschillende kanten opgegaan, maar wat hetzelfde is gebleven is: we kennen elkaar, de vertrouwdheid die we toen deelden is nog steeds voelbaar.

Ik heb een studievriendin terug die ik nooit kwijt ben geweest.

voor R.

Leesvrij

Afremmen

Ze loopt anderhalve meter achter me en volgt me als een schaduw. Af en toe kijk ik om: ben je er nog? Ja hoor, antwoordt ze vrolijk, je doet het heel goed.

We bevinden ons in een grote landelijke supermarkt. Zij, ergotherapeut bij Visio en ik, macula-patiënt. Het is de laatste les van mijn Kijktraining en het thema van vandaag is: zoeken en vinden. Met mijn boodschappenlijstje in de hand moet ik in een voor mij onbekende supermarkt mijn karretje vullen.

illustratie: rempedaal

In eerdere lessen hebben we het al gehad over: globaal kijken, in de verte kijken, ogen even dicht doen, naar groen kijken (blijkt een rustgevende kleur voor je ogen te zijn) en langzaam kijken. Dit laatste is voor mij het lastigst, want ik ben een snelle kijker, die alles wil zien. Althans, zo heb ik dat mijn hele leven gedaan en doe ik dat het liefst nog steeds.

Eerlijk gezegd had ik het niet eens door tot de ergotherapeut me erop wees. ‘Oh, wat gebruik jij je ogen veel, dat moet vermoeiend voor je zijn’. Pas toen viel het kwartje. Door de maculadegeneratie heb ik niet alleen zichtproblemen, maar moet ik ook nog een andere manier van kijken aanleren. Dat was even slikken.

Maar met dank aan deze heel aardige, geduldige ergotherapeut die mijn momenten van verzet snapte, ben ik nu toch een langzame kijker aan het worden. Helemaal vanzelf gaat het nog niet, ik moet nog veel oefenen. Haar woorden: ‘afremmen Ingrid, je kijkt te snel’ draag ik daarom vanaf nu als een mantra met me mee.

Susan Top, go for it!

Om 13.15 uur moest ik aanwezig zijn in het provinciehuis van Groningen, om de benoeming van Susan Top tot gedeputeerde Gaswinning mee te maken. Die zou om 13.30 uur plaatsvinden, maar ze had al gewaarschuwd: “het kan later worden”. Dat zal wel meevallen, dacht ik nog, iedereen rekent op half twee en we zijn hier allemaal speciaal voor afgereisd, ondanks storm Poly. Het zou netjes zijn als het dan niet veel later wordt.

Ik verklap het maar vast: de benoeming vond pas om 19.00 uur plaats. Vijf-en-een-halfuur-later. Tot die tijd had je de keuze op de publieke tribune urenlang debatten te volgen die uitliepen en uitliepen. Of je ging bij het Forum een broodje eten en misschien zelfs nog een filmpje meepikken. Of in de stad impulsaankopen doen. Hoe dan ook, het wachten duurde lang, heel erg lang. Om 17.00 uur was ik er klaar mee. Op naar huis.

Wat ik nou zo knap vind van Susan Top is dat zij heel rustig bleef, ook al was ze al vanaf 9.00 uur aanwezig. Al vóór haar benoeming laat ze zien over zitvlees te beschikken. Zitvlees heb je niet alleen nodig om zadelpijn te voorkomen, maar ook om urenlange debatten bij te kunnen wonen. En Susan kan dat, ik heb het zelf gezien. Daarom en ook om duizend andere redenen is zij de allerbeste amazone om ons rustig, geduldig en vastberaden uit het gaswinningsmoeras te leiden. Go for it, Susan!

Andere redenen? Zie: Susan Top, een topvrouw

Ik wou

De dagen tussen 21 juni en 12 juli staan voor mij in het teken van mijn vader. Op 21 juni was hij jarig, op 12 juli stierf hij. Precies drie weken zaten ertussen. Hij was ziek, erg ziek. Zijn lievelingszus, mijn lievelingstante, kwam op zijn verjaardag langs om afscheid van hem te nemen. Ze zaten samen op een bankje in de tuin. Niemand stoorde ze.

Vlak nadat hij gestorven was belde ik mijn tante om het haar te vertellen. Ik wist dat zij al dagen de telefoon in de gaten hield, want elke minuut kon zijn laatste zijn. Mijn tranen zeiden genoeg, we huilden samen om hem.

Deze dagen kijk ik elke dag naar zijn foto, een paar dagen voor zijn dood gemaakt. Het is al jaren geleden, maar hij voelt nog steeds zo dichtbij. Vandaag moest ik erom huilen, zomaar opeens. Ik wou dat hij er nog was.