Het podium is klaar, de lampen hangen hoog in de masten, de loopplank voor de bezoekers verbindt het labyrint van de kerk in Oosterwijtwerd met de tribunes. De komende maand wordt hier de muziektheatervoorstelling De Grote Vloed gespeeld. Morgen gaan ze los.

In een ver verleden, vóór de komst van dijken, is Groningen meerdere keren getroffen door enorme overstromingen. Duizenden mensen en dieren zijn toen omgekomen. Het waren barre tijden.
Het belooft een spektakel te worden. Ik stel me voor dat het water in woeste golven over het podium raast, vergezeld door donder en bliksem en de hulpkreten van mensen die vluchten voor hun leven. En ik stel me voor dat het aan het eind van de voorstelling toch allemaal goed komt, zodat de bezoekers met een goed gevoel huiswaarts gaan.
Dit alles vindt plaats op gehoorsafstand van mijn huis. Waait de wind uit het oosten, dan zal ik alles letterlijk kunnen verstaan en zal de watersnoodramp me een maand lang beroven van mijn avondrust. Maar mij hoor je niet klagen, want ik hoef geen kaartje te kopen en ben er tóch bij.



