In het dorp waar ik woon hebben we een Dorpsapp. Bij calamiteiten (een weggewaaide trampoline, een versperde weg of een verdwenen echtgenoot) informeren we elkaar via de App. Daardoor weet ik, ook nu ik niet op dorp ben, dat poes Loekie gezocht wordt. Hij (of zij, dat weet je bij poezen nooit helemaal zeker) is al een week weg. Voor een poezeneigenaar is het een drama als je troetelhuisgenoot weg is. De onzekerheid, de schrikbeelden die je probeert weg te duwen, de relativering “ach het is maar een poes” en de hoop dat ie opeens weer verontwaardigd mekkerend (“ik was jullie kwijt“) aan komt lopen, wisselen elkaar af. Een week duurt dan lang, erg lang.
Daarom doe ik hierbij een oproep aan poes Loekie. Lieve Loekie, je grote baasjes missen je en je kleine baasjes ook. Het spijt M. heel erg dat hij je in je staart geknepen heeft. Dat was niet zijn bedoeling, maar hij verloor zijn evenwicht en jouw staart was het dichtsbijst. E. belooft dat je vanaf nu elke avond vers vlees krijgt in plaats van laffe brokjes. Als je verder nog wensen heb, laat het me weten dan geef ik ze door.
Kan ik je baasjes zeggen dat je eraan komt?
Deel zes in de serie Zomer in Zwitserland