150 angstige minuten

We wandelen over het besneeuwde strand van Schiermonnikoog. De wind zandstraalt onze gezichten. Hond Benthe rent en draaft om ons heen, soms dichtbij vaak verder weg. Roepen we haar naam of fluiten we haar dan komt ze gelijk aanrennen. Ze gedraagt zich voorbeeldig.

Op de terugweg nemen we een afslag door de duinen. De struiken zijn wit, de sneeuw kraakt onder onze voeten. Benthe snuffelt links en rechts, maar altijd in ons zicht. Als beloning krijgt ze regelmatig een brokje.

En dan opeens is ze weg. Pleite, foetsie, van de aardbodem verdwenen. We roepen, fluiten en vloeken, rennen van hot naar her, slaan doodlopende paadjes in en komen er in paniek weer uit. We zoeken een half uur, drie kwartier, een uur terwijl de sneeuw steeds harder valt. Waar is ze, in godsnaam waar is ze?

Ten einde raad gaan we terug naar ons vakantiehuisje, hopend dat ze teruggelopen is. Niet dus. We bellen de politie, de VVV, de boswachter,  plaatsen oproepen op Facebook, zelfs de kapitein van de veerboot wordt ingelicht. Je weet maar nooit. We gaan weer naar de plek waar we haar het laatst gezien hebben. En worden wanhopiger en wanhopiger.

De verlossing komt na 150 angstige minuten. Ze is gevonden door een eilandbewoner die de oproep op Facebook zag. Verfromfraaid, nat, zanderig en smerig krijgen we haar terug. De blik in haar ogen spreekt boekdelen, ze heeft gejaagd. Voor het eerst (en laatst) van haar leven.

Zonder sorry te zeggen valt ze in een diepe slaap. Zij heeft genoten, maar wij zijn kapot.

Voor Chris

Op rantsoen

female-1801515_1280De eerste weken van de lockdown zat ik de hele dag aan mijn tablet gekluisterd. Ik las elke snipper nieuws over de coronacrisis en zag elke persconferentie. Alles wou ik weten, in een verwoede poging om mijn angst over wat ons te wachten stond, te sussen. Het werkte averechts. ‘Geef angst geen thee’ schreef columniste Asha ten Broeke op 20 maart in de Volkskrant. Verdomd, dacht ik, dat is precies wat ik wél aan het doen ben.

Ik legde mijn schermtijd aan banden, ontdekte nieuwe vormen van contact met buren en vrienden, liet mezelf uit op de fiets en maakte lange wandelingen met de hond. Mijn angst nam af en maakte plaats voor overgave aan deze nieuwe manier van leven. Een pas op de plaats is zo erg nog niet, ontdekte ik.

De laatste dagen betrap ik mezelf erop weer vaker op mijn tablet te kijken. Een maand is best lang en wie weet hoe lang het nog duurt. Ik begin ongeduldig te worden. Hoe dichter ik weer op het nieuws zit, hoe meer ik mijn angst voel toenemen. ‘Je drinkt te veel thee’ zou Asha zeggen. Ze heeft gelijk. Vanaf vandaag zet ik mezelf weer op rantsoen.

 

Schermafdruk 2020-04-14 12.04.23

Onbenoembaar

Hoe beschrijf je iets wat je nooit eerder hebt meegemaakt. Iets wat je dagelijks leven op zijn kop zet op een manier die je alleen uit films kent. Bij een film kun je nog denken: dit is niet echt, dit zijn acteurs, iemand heeft dit script verzonnen. Wauw, wat goed gespeeld of jeetje, wat slecht.

narcissus-4091922_1920Hoe verwoord je iets wat niet te zien is, nu de wereld om je heen er nog net zo uit ziet als altijd. Neem mijn tuin. Die is voorzichtig aan het ontluiken, de vogeltjes zingen ’s morgens vroeg, de narcissen bloeien, de lente komt eraan. Zoals elk jaar. Maar toch is het dit jaar anders, er hangt iets in de lucht. Ongrijpbaar, onzichtbaar.

De woorden die ik zoek zijn: ik ben bang.