Mijn favoriete columniste was een dagje in Groningen: Sheila Sitalsing. Ze had de verre reis naar het noorden gemaakt om een select gezelschap (wie het eerst kwam wie het eerst maalde) de ‘kunst van het columneren’ te leren. Ik kijk nogal tegen haar op en was dan ook verrast dat ze kleiner was dan ik. De volgende verrassing was de uitspraak van haar naam: Shaila in plaats van Shiela. Had ik haar al die jaren in gedachten verkeerd aangesproken.

We leerden deze dag over compressie, focus, identificatie, neologismen, punchline en de vette hyperbool. En dat alles in maar vier uur. Regelmatig waande ik me een leerling-automonteur, die een druppel vette motorolie in de zuiger moest doen om de compressie te verbeteren. Maar waar vind je de zuiger?
Kennelijk is columneren net zoiets als automonteren, maar dan met schone handen.
Daar staat hij nu, met een warrig stapeltje papieren in zijn handen. Zo te zien heeft hij geen idee wat hij er mee moet, wat toch best eigenaardig is, voor een schrijver. Misschien schrijft hij alleen digitaal, dat zou natuurlijk kunnen. Best cool voor een man van middelbare leeftijd. Maar daar heeft hij nu dus even niets aan, want hij staat er behoorlijk suffig bij. Er dwarrelen langzaam wat papieren op de grond, hij heeft het niet eens door. Nog even en hij staat met lege handen, ver van huis, waar zijn vrouw hem nog lang niet terug verwacht.