Een beetje schutterig staat de schrijver voor de groep. Het is niet zijn eerste keer, maar hij is wel ver van huis, moest vroeg op en is vergeten zijn haar te kammen. Hij is gekomen om een workshop te geven, aan een groepje columnisten-in-spé. Gelukkig zijn het er niet zoveel, dat valt hem mee. Hij heeft wel eens voor grotere groepen gestaan, maar nooit zo ver van huis. Zijn vrouw zei nog: zou je dat nu wel doen, zo’n lange reis voor zo’n klein groepje? ‘Klein is fijn’ heeft hij geantwoord en daarmee was de kous voor hem af.
Daar staat hij nu, met een warrig stapeltje papieren in zijn handen. Zo te zien heeft hij geen idee wat hij er mee moet, wat toch best eigenaardig is, voor een schrijver. Misschien schrijft hij alleen digitaal, dat zou natuurlijk kunnen. Best cool voor een man van middelbare leeftijd. Maar daar heeft hij nu dus even niets aan, want hij staat er behoorlijk suffig bij. Er dwarrelen langzaam wat papieren op de grond, hij heeft het niet eens door. Nog even en hij staat met lege handen, ver van huis, waar zijn vrouw hem nog lang niet terug verwacht.
Een beetje schutterig staat de schrijver voor de groep. Het is zijn laatste keer, hij heeft zojuist besloten dat hij nooit meer een workshop geeft. Hij laat het stapeltje papieren uit zijn handen vallen, kijkt de groep aan en zegt: ‘wee degene die hier een column over schrijft!’ Trekt zijn jas aan, belt zijn vrouw en vraagt of ze hem alsjeblieft op komt halen. Ze weigert, ze vindt de reis te lang.