“Hallo oma, ik vind je heel lief en het hondje van oma ook. Doei, smak”.
Een berichtje van een kleinkind van zes, ingesproken op de mobiel van haar moeder en verstuurd naar oma. Direct gevolgd door een bericht van moeder aan oma: “Ze heeft mijn mobiel gekaapt, ze weet nu al beter hoe hij werkt dan ik”.

Oma’s dag kan niet meer kapot, vooral niet als er later op de dag nog een ‘stiekem’ berichtje vol zoentjes volgt. Daarna valt het stil, moeder heeft ingegrepen.
Oma laat het er niet bij zitten: voor haar volgende verjaardag krijgt kleindochter een mobiel van oma. Stiekem.
Gevolg: ik heb al vijf keer verloren met Memory en dat gaat je niet in je koude kleren zitten, vooral niet als je van een vierjarige verliest. De voetbal is al minstens drie keer in de vijver gevallen en wie moet hem eruit halen? De inhoud van de spelletjeskist ligt door het hele huis verspreid. Opruimen, ho maar! Winkeltje spelen vinden ze het leukst, met echte centjes (ja, die bestaan nog) koop ik denkbeeldige ijsjes, tot ik er buikpijn van krijg. En dan moet er tussendoor ook nog gedronken, gesnoept en gehuild worden.