
De dagen tussen 21 juni en 12 juli staan voor mij in het teken van mijn vader. Op 21 juni was hij jarig, op 12 juli stierf hij. Precies drie weken zaten ertussen. Hij was ziek, erg ziek. Zijn lievelingszus, mijn lievelingstante, kwam op zijn verjaardag langs om afscheid van hem te nemen. Ze zaten samen op een bankje in de tuin. Niemand stoorde ze.
Vlak nadat hij gestorven was belde ik mijn tante om het haar te vertellen. Ik wist dat zij al dagen de telefoon in de gaten hield, want elke minuut kon zijn laatste zijn. Mijn tranen zeiden genoeg, we huilden samen om hem.
Deze dagen kijk ik elke dag naar zijn foto, een paar dagen voor zijn dood gemaakt. Het is al jaren geleden, maar hij voelt nog steeds zo dichtbij. Vandaag moest ik erom huilen, zomaar opeens. Ik wou dat hij er nog was.

Gisteren heb ik hem teruggevonden. Trijntje zong de teksten van haar vader en ze raakten me, zoals ze dat eerder ook deden: “Ken je mij? Wie ken je dan? Weet je mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet je mij beter dan ik”?