Een engel

Het werd avond.

Zijn we uitgevochten, vroeg een vrouw

Wij zijn uitgevochten, zei een engel.

en hij tilde de vrouw op, hield haar tegen het licht

en zei: je bent doorzichtig, nu.

Laat me maar los, zei de vrouw

en de engel knikte en liet haar los.


voor mijn tante †

vrij naar Toon Tellegen: Het werd avond

Een laatste blik

Voor de laatste keer op bezoek bij mijn zieke tante. Drie dagen geleden herkende ze me nog, vandaag niet meer. Ik voer haar appelmoes en vla, het enige dat ze nog eet.

Ze is al onderweg naar haar bestemming, ze hoeft alleen nog te arriveren. Ik hou haar hand vast en fluister lieve woordjes tot ze slaapt.

Een laatste aai over haar wang. Bij het verlaten van de kamer kijk ik nog één keer om.

Dag Isha

Jarenlang leidde hond Isha mijn tante veilig over straat. Hij hielp haar oversteken, stopte bij elk rood stoplicht en waarschuwde haar voor fietsers en wandelaars. In huis zorgde hij dat ze niet over hem struikelde. Hij was tante’s steun en toeverlaat. Tot hij van een welverdiend pensioen mocht gaan genieten. Zijn tuig werd opgeborgen, hij was weer een gewone hond.

Maar niet voor mijn tante. Die vertroetelde en verwende hem als dank voor de vrijheid en de onafhankelijkheid die hij haar gegeven had. Dankzij zijn werk als hulphond kon zij zelfstandig de wereld in gaan. Ze waren onlosmakelijk met elkaar verbonden.

En nu opeens is hij er niet meer. Klinkt nooit meer het gekras van zijn nagels op de houten vloer of het leegslubberen van zijn waterbak. En zit hij s’middags nooit meer naast mijn tante, te wachten op zijn dagelijkse ‘brokje bij de thee’.

Voor H & J en I & PH

Niet meer

Een weekje Zeeland, eindelijk weer op bezoek bij mijn oude oom en tante. Zo’n bezoek bestond tot nu toe uit veel praten, af en toe wat mantelzorg geven en een beetje vakantie houden. Deze keer was het anders. Ze hebben inmiddels zoveel hulp en zorg nodig dat me het gevoel bekroop de buurtzorg in de weg te lopen. Toekijken hoe anderen zorgen en zelf niets doen maakt me tot toeschouwer. Ook een gesprek voeren met oom en tante viel niet mee, hun leefwereld en aandachtsspanne is klein geworden en hun vermoeidheid groot.

Er restte mij niets anders dan vakantie te gaan houden. Geen straf natuurlijk met al dat strand en de zee, maar het was niet waar ik voor gekomen was.
Waar ik voor kwam is er niet meer. En straks zijn zíj er ook niet meer.

De oorlog in haar

Mijn tante leest het boek De levens van Jan Six, van Geert Mak. Ik lees mee, want ze leest door te luisteren naar de gesproken versie. Het boek brengt herinneringen bij haar naar boven over de Tweede Wereldoorlog. Over de hongerwinter van 1944 toen ze, 13 jaar oud, gebakken tulpenbol en geraspte suikerbiet at. Over haar vader, mijn opa, die in het laatste oorlogsjaar aan TBC overleed. Over haar broer, mijn vader, 23 jaar oud, die ondergedoken zat in het kolenhok in de tuin en actief was in het verzet.

light-1603766_1920Ze vertelt fragmenten, schetst de contouren van de verschrikkingen en schampt rakelings langs haar pijn. Af en toe stel ik een voorzichtige vraag, vaker luister ik alleen maar. De oorlog is in haar nog aanwezig alsof het gisteren was. Nu ze steeds dichter bij het einde van haar leven komt, wordt het begin steeds feller belicht. De enige troost die ik haar kan bieden is een luisterend oor.