Als de wereld nog stil en in donker gehuld is, sta ik op. Ik nestel me op de bank met uitzicht op de ontwakende tuin. In de verte branden de rode lampen van de windmolens bij Delfzijl. Die slapen nooit. Poes Floris komt thuis van zijn nachtelijke avonturen en begroet zijn maatje Benthe. Pas daarna ben ik aan de beurt.
Het klepperen van de brievenbus kondigt de komst van de krant aan. Ik verlies me. Een uur later kijk ik op en heeft het daglicht de nacht verdreven. De treurwilg steekt scherp af tegen de lichtgrijze wolken, de hond wil naar buiten.
Ik ben klaar om voor de dag te komen.
Ik wens jou toe dat je dag vaak zo begint…
LikeLike