De pannen, kommen en glazen staan opgestapeld in de vensterbank. Rechts drie nostalgische groene blikken: suiker, koffie, thee. Aan de andere kant van het raam staat de druif, kortgeknipt om het uitzicht vrij te houden. In de verte een molen en twee schoorstenen, waarvan er eentje half ingestort is. Daar stond ooit de steenfabriek waar Groningse rode bakstenen gemaakt werden.
Ze kan het uitzicht dromen. Ze ziet hoe de boer jaar na jaar zijn land bewerkte: ploegen, egaliseren, zaaien, oogsten, ploegen. Hoe de buizerds soeverein door de lucht zweefden en de koolmeesjes uitvlogen. En de luchten, oh de luchten. Donderwolken opkomend uit het westen, schapewolkjes door de zon bestraald, een strak blauwe hemel boven het weidse land. Windkracht zeven in de herfst, ook de hond kon er niet tegenop.
Het is tijd om te gaan. Ze doet de spullen in een doos, kijkt nog een keer om zich heen, ademt diep in en draait de deur voor de laatste keer op slot.
Voor Floor
Prachtig!
LikeLike