Weken en weken

Ik loop een rondje door de tuin, terwijl er hele kleine sneeuwvlokjes op mij neerdalen. Na weken van regen is de tuin meer modderpoel dan grasveld en heeft de wind een deken van afgebroken takken neergelegd. Her en der ligt een met de hand gegraven afvoergreppeltje, meer voor het idee dan dat het iets helpt.

Zelfs de grote metalen vogel die ’s winters in de tuin overwintert, is van zijn sokkel geblazen. De paal is zo door en door nat dat de bevestigingsschroef geen houvast meer bood. De vogel woont nu in de schuur tot de paal droog is.

Dat zal nog wel even duren, want eerst komt er vorst. Een paar nachten, een paar graden. En daarna gaat het natuurlijk gewoon weer regenen. Weken en wekenlang. En loop ik pas weer rondjes door de tuin als het voorjaar is. Als dat ooit nog komt.

Tulp en boom

Ik heb het niet zo op tulpen sinds ik weet hoeveel gif daarbij gebruikt wordt. Maar ik heb wel een tulpenboom. Hij staat er al jaren, misschien wel honderd. Zomers krijgt hij bloemen in de vorm van een gele tulp. Hij heeft er niet elk jaar zin in, dus is het altijd spannend of er knoppen in komen of niet.

Dit jaar is het weer raak, de boom zit vol grote groene knoppen en aan de zonzijde zijn al tientallen tulpen verschenen. Ik probeer ze te tellen, maar ben bij tachtig maar gestopt.

Er wordt voor vanavond onweer, hagel en windstoten verwacht. Nu ben ik bang dat ik morgen nog wel een boom heb, maar dat er geen tulp meer te bekennen is. Moet ik weer een heel jaar wachten.

Uilenkakafonie

Om een uil te zien moet je niet omhoog maar juist naar beneden kijken. Dat ontdekte ik gisteravond toen ik nog een rondje om het huis deed. Ik zag witte vogelpoep liggen met een paar bruine plakken erbij, zo groot als een 2 euromunt. Dat moet wel van een grote vogel zijn. Ik keek omhoog naar de boom of ik hem kon zien.

Eerst viel me niets op, wat takken en veel blad. Ik keek langer en opeens zag ik hem: een ransuil. Hij zat daar heel rustig en trok zich niets van me aan. Hij hoog in de boom, ik met mijn voeten op de grond. Als er één ransuil is zijn er meestal meer. En ja hoor, toen de nacht viel barstte een ware uilenkakafonie los. Jonge uilen die om het hardst om eten riepen, afgewisseld met geruststellende antwoorden van hun ouders: het avondeten is bijna klaar!

En dit alles vlak naast mijn slaapkamerraam, waar ik in slaap viel bij het tevreden geluid van uilskuikens met een volle buik.

De pruimenboom

Toen hij nog fier rechtop stond was het een pruim, zo’n acht meter hoog. Hij stond met zijn appelboomvriendjes al jaren in de boomgaard. En gaf een overvloed aan heerlijke blauwe pruimen. Tot een paar jaar geleden toen de vruchten, als ze eenmaal begonnen te vallen, onrijp bleken te zijn. En dat jaar na jaar. Het opruimen van al die pruimen was een hels karwei.

We besloten tot een rigoureuze maatregel: de pruim moest eraf. Samen met een tuinmaatje zijn we hem te lijf gegaan. Hoge ladder erbij, touwen en de boomzaag. Heel voorzichtig de hoge takken er afgehaald, net zolang tot we de boom durfden te laten vallen.

Tevreden waren we dat het ons zonder problemen gelukt was. Toch knaagde er ook wat schuldgevoel: een gezonde boom kappen doen we liever niet. Daarom was het een opluchting toen we zagen dat de kern van de boom donkerrood was in plaats van licht bruin. De boom was ziek en daarom gaf hij onrijpe vruchten.

We hadden hem dus niet voor niets het lootje laten leggen. Pfff, dat scheelt.

Stormvogel

Geknakt hang ik achterover, met nog één nagel vast aan de paal. Een storm met windkracht 8 heeft me geveld. Wegvliegen wil niet meer, pleisters plakken ook niet. Ooit stond ik als fiere wachter de tuin te bewaken. Ooit was ik de stoerste en de sterkste. Tegen weer en wind bestand.

Het leven van een stormvogel is hard. Zo wordt je bewonderd, zo donder je van je paal. En het ergste is, je wordt zonder pardon afgevoerd naar het oud schroot. Maar wat het allerergste is, je wordt gelijk vervangen door een nieuwe vogel. Een vrouwtjesvogel nog wel.

Beeld: Gerrit van Emous

Dit was ik in volle glorie.
Zeg nou eerlijk, daar kan toch geen vrouwtje tegenop.