
Daar staat hij dan, midden in de grote tuin. Hij kan zijn hele territorium overzien en heeft genoeg ruimte om op te stijgen en te landen.
De jongen van de witte kwikstaart moeten van wormpjes worden voorzien, doen de ouders dat wel? Of pikken de merels al het eten voor hun neus weg. En de pauwen van de buurman? Die horen hier niet, hup wegwezen. De heggenmusjes en de vinkjes redden zichzelf, daar heeft hij geen omkijken naar. Hé, wat doet die reiger daar? Die zit naar een kikker te loeren, ho ho maatje, vergeet het maar.
En de mensen, hoe gaat het daar mee? Die zitten, zoals elke avond, samen op het terras met een wijntje en een nootje. Hij gaat er straks gezellig bij zitten, maar eerst nog een controlerondje door de tuin en pas daarna aan de drank. Best een verantwoordelijke baan, wachter zijn.
P.S.
Wilt u ook een wachter in de tuin? Bezoek dan beeldentuin Eenumermaar in Zeerijp. Daar vliegen ze vrij rond.
Zodra het gaat schemeren nemen de uilen de tuin over. Overdag hoor je ze niet, alleen moeders (of vaders) waakt in een hoge boom en kijkt je streng aan als je langs loopt. ‘Stil, maak mijn kinderen niet wakker’, zie je haar denken. Braaf hou ik mijn kaken stijf op elkaar.
Ik had twee mannen in mijn tuin. Ze snoeiden de boomgaard alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Dat was het natuurlijk ook, alleen nu even niet. Ik heb me gelaafd aan de geur van vers hout, het gebrul van de kettingzaag en de kameraadschap van twee collega’s die niet thuis hoeven te werken.
De poes staat er belangstellend bij te kijken. Hij lust best een kikker op z’n tijd. Maar tegen zoveel machogeweld kan hij niet op. Hij is niet de enige.