Drenthe is best wel ver weg, als je helemaal in Noord-Groningen woont. Toch lokte een wandeling langs de Drentse Aa. Maar om daar nou 40 minuten voor in de auto te zitten en CO2 uit te stoten. Liever niet.
Tot we een niet-te-weerleggen argument vonden: jonge hond Benthe was er nog nooit geweest. En wat is beter voor haar opvoeding dan een autoritje (B. houdt niet zo van auto’s) en een lange wandeling waarbij zij grote en kleine mensen, mountainbikers en wandelwagens, paarden en schapen, heide en water tegenkomt.
Dus we gingen en we genoten. Van de meanderende Aa, de zon door de bomen, de lekkere tosti’s en van Benthe. Wat doet ze het goed voor haar 18 maanden. Ze komt als we haar roepen, begroet elke wandelaar vriendelijk, springt tegen niemand op en laat zelfs de schaapjes met rust.
Ze toont zich van haar beste kant. Zoals het een Friese stabij op bezoek in Drenthe betaamt.
Ik heb me erop gekleed: kaplaarzen, regenbroek, regenjas aan. Hond Benthe hoeft geen regenkleding, hij is op alle weersomstandigheden voorbereid. Als er maar gewandeld wordt, daar gaat het om. Hij rent van hot naar her, op zoek naar muizen. Elk holletje wordt uitgegraven, meestal zonder resultaat.
De bruine ruigte van de heide in de herfst. Her en der een boom, niet te veel. Nu en dan een mens, niet te vaak. Schapen in de verte, zonder herder. Een hekje dat dichtklapt, de schrik in de ogen van een hond.
De eigenaar van het familierestaurant bereidt zich voor op een drukke zaterdagavond. In overleg met zijn vrouw verdeelt hij de tafels voor het wildbuffet. Centraal in de ruimte staan de warmhoudpannen al klaar. In Wijnjewoude houden ze wel van wild, reserveren is niet meer mogelijk.
Als ik wandel onder de hemel boven Groningen voel ik me opgenomen in dat wat groter is dan ikzelf. Ik voel me veilig, want de lucht liegt niet. De lucht laat zien wat er is of wat er komen gaat. Daardoor weet ik waar ik aan toe ben. En dat vind ik hemels.