Ik kijk graag naar tennis op televisie. En ik sla graag zelf een balletje, maar dat komt nooit op televisie. En dat is maar goed ook. Al voel ik mij soms de koningin op de baan, mijn tegenstander(s) denken daar – bijna – altijd anders over. Maar dat mag voor mij de pret niet drukken, ik ren enthousiast heen en weer en we drinken na afloop gezellig een kopje thee. Voor mij geen Grand Slam titel.
Er zijn ook tennissers die daar anders over denken. Jelena Ostapenko is er zo een. Twintig jaar oud pas en toch wint ze Roland Garros al. Alsof het niets is. Ik vraag mij nu af: waar was ik eigenlijk mee bezig toen ik 20 was? Waarom heb ik Roland Garros nooit gewonnen. Had ik, als ik niet zoveel thee had gedronken, misschien de eerste twintigjarige winnares kunnen zijn? Zie ik hier, 40 jaar na dato, een gemiste kans?