We zijn met velen, iedereen in stemmige kledij. Met de auto, te fiets en te voet zijn we gekomen om afscheid te nemen. Er wordt koffie en thee met lekkernijen geserveerd door jonge mensen in witte kleding. Zo kun je zien wie waarvoor komt. De zon schijnt volop, het is goed toeven op het erf van de monumentale boerderij.
De plechtigheid vindt plaats in de schuur, tussen de strobalen, onder de eeuwenoude gebinten waar de spinnenwebben treurend aan de balken hangen. De familie zit op stoelen, gebroken. Het is muisstil, geen muziek, af en toe ritselt het stro.
De afscheidswoorden komen aarzelend, het verlies is te plotseling, te rauw. Boeren kunnen tegen een stootje, maar deze klap heeft niemand aan zien komen. Na afloop lopen we het erf weer op, de zon gaat schuil achter een nevel van tranen.
Het is hun eerste ontmoeting. Tijn, veertien jaar oud en Benthe tien maanden jong. Ondanks hun leeftijdsverschil klikt het gelijk. Ze scharrelen samen door de tuin, de jeugd voorop. Bij het uitrusten houdt Benthe de wacht.
Zo klein was ze nog maar toen ze bij ons kwam. Joppe was een zorgenhondje. Samen met haar broertjes en zusjes was ze te vroeg bij de moederhond weggehaald en daardoor was ze nog niet wegwijs in de wereld. We hebben haar veel moeten leren en vooral veel geduld moeten hebben. Maar het is goed gekomen, al bleef ze altijd wat argwanend naar mensen die ze niet kende. Vertrouwde ze je eenmaal, dan was het ook voor altijd.
En toen ging het snel. We hebben haar nog twee dagen om ons heen gehad en vanochtend heeft de dierenarts haar bij ons thuis laten inslapen. Het is goed zo en we gaan haar missen. We blijven achter met poes Floris, die zich afvraagt waar haar maatje gebleven is.