
In deze drukke dagen vlak voor Kerst is tijd voor jezelf schaars. Tussen het doen van de kerstboodschappen door, begeleid ik een goeie vriendin naar het ziekenhuis. Het wachten tot de dokter klaar met haar is, duurt lang. Ik word ongeduldig en ga wat slenteren door de mij onbekende gangen van het ziekenhuis. Linksaf, rechtsaf, langs kerstbomen en vrolijke lichtjes. Ik kom het bordje Stilteruimte tegen en ga er zachtjes naar binnen, bang om iemand te storen. Ik betreed, temidden van de hektiek van het ziekenhuis, een andere wereld. Mijn lichaam ontspant zich, hier heerst rust, hier wordt de tijd stilgezet en ontstaat lege tijd. Wat iets anders is dan ledige tijd. Mijn ongeduld is verdwenen en het wachten is geen wachten meer. Genietend zit ik in deze verstilde ruimte en neem ik tijd voor mezelf. Zo vloeit de tijd die de dokter neemt samen met mijn eigen tijd. Ik ervaar dat door tijd te nemen er tijd ontstaat. Een byzondere ervaring, een kerstboodschap waardig.
Tag: groningen
Chocolademelk
Het regende gisteren de hele dag. Het was zo’n dag waarvan je denkt, wat mot ik ermee. Puzzelen, sport kijken, foto’s inplakken, bed verschonen, mijn oude tante bellen? Of de naaimachine van zolder halen en het verstelwerk dat al maanden ligt te wachten, gaan doen. Ikzelf ben niet zo van het fijne handwerk, maar huisgenoot M. gelukkig wel.
Algauw is de woonkamer veranderd in een naaiatelier. Overal naalden en draden, maar vooral het zacht snorrende geluid van de naaimachine. Klassiek muziekje erbij en ik waan mij terug in mijn ouderlijk huis. Vader leest de krant, moeder verstelt de kapotte onderbroeken, want die moeten nog een tijdje mee. Ik vul de kolenkachel bij en speel Memory met mijn zusje, zij wint. Moeder heeft ons chocolademelk beloofd.
Die kolenkachel bestaat niet meer, maar verder is er eigenlijk niet zo veel veranderd. In ieder geval niet op dagen dat het eindeloos regent.
Regel van derden
Op de fotocursus hadden we het gisteravond over compositie. Hoe zorg je ervoor dat het onderwerp van je foto zo in beeld komt dat de aandacht van de kijker naar de goede plek(ken) getrokken wordt. Eén van de trucjes hiervoor is de ‘regel van derden’.
Nu vind ik fotograferen best wel lastig. Diafragma, sluitertijd, scherptediepte, ISO, Bokeh, vignetering, pannen, het lijkt wel of ik een vreemde taal aan het leren ben. En dan opeens is er iets wat ik snap. Je verdeelt de foto in drie horizontale en verticale lijnen en plaatst het onderwerp in 2/3 deel van het geheel. Een kind kan de was doen, dus ik ook.

- copyright groningerblog.nl
Na afloop van de les kwam ik langs het peerd van Ome Loeks. Ik heb het in drieën verdeeld en gefotografeerd. Hierbij presenteer ik vol trots mijn allereerste foto gemaakt volgens de regels van derden. Meet u het zelf even na?
Sint-Maarten
Afgelopen zaterdag was het weer zover, in kleine groepjes liepen kleine mensjes met kleine lampionnetjes langs de huizen. Ik zag ze aan komen lopen en verstopte me snel achter de bank, verbood de hond om te blaffen en hield me stil. Er werd aangebeld, aan de brievenbus gerammeld en op het raam getikt. “Ik ben niet thuis” wou ik heel hard roepen, maar ik hield me nog net op tijd in. Na nog een bonk tegen de deur liepen ze verder, op naar hun volgende slachtoffer.

Ik ben dol op kinderen, behalve op 11 november. Dan vind ik het vraatzuchtige, irritante dwingelandjes, die mijn rust verstoren met meerstemmig valsgezongen onverstaanbare liedjes. Of wat daarvoor door gaat. En omdat ik die kleine mensjes ken, want ze wonen in de buurt, hoor ik ze uit ‘dorpsgezindheid’ met een stralende glimlach te belonen voor hun prachtige gezang en ze een greep te laten doen uit een bak met snoepgoed in giftige kleuren.
Maar ik kan het niet, hoe ik ook mijn best doe, het lukt me zelfs niet om het allerkleinste glimlachje te voorschijn te toveren. En daarom geef ik op 11 november ‘niet thuis’. Op 12 november trouwens ook niet, want je weet maar nooit of er niet een verlaat lampionnetje zijn snoep toch nog op komt eisen.
De schrijver
Een beetje schutterig staat de schrijver voor de groep. Het is niet zijn eerste keer, maar hij is wel ver van huis, moest vroeg op en is vergeten zijn haar te kammen. Hij is gekomen om een workshop te geven, aan een groepje columnisten-in-spé. Gelukkig zijn het er niet zoveel, dat valt hem mee. Hij heeft wel eens voor grotere groepen gestaan, maar nooit zo ver van huis. Zijn vrouw zei nog: zou je dat nu wel doen, zo’n lange reis voor zo’n klein groepje? ‘Klein is fijn’ heeft hij geantwoord en daarmee was de kous voor hem af.
Daar staat hij nu, met een warrig stapeltje papieren in zijn handen. Zo te zien heeft hij geen idee wat hij er mee moet, wat toch best eigenaardig is, voor een schrijver. Misschien schrijft hij alleen digitaal, dat zou natuurlijk kunnen. Best cool voor een man van middelbare leeftijd. Maar daar heeft hij nu dus even niets aan, want hij staat er behoorlijk suffig bij. Er dwarrelen langzaam wat papieren op de grond, hij heeft het niet eens door. Nog even en hij staat met lege handen, ver van huis, waar zijn vrouw hem nog lang niet terug verwacht.
Een beetje schutterig staat de schrijver voor de groep. Het is zijn laatste keer, hij heeft zojuist besloten dat hij nooit meer een workshop geeft. Hij laat het stapeltje papieren uit zijn handen vallen, kijkt de groep aan en zegt: ‘wee degene die hier een column over schrijft!’ Trekt zijn jas aan, belt zijn vrouw en vraagt of ze hem alsjeblieft op komt halen. Ze weigert, ze vindt de reis te lang.